Ranonkels
Deel 1 Ranonkels voortrekken
Ranonkels ook wel de rozen van de lente genoemd, zijn zo mooi en met een vaasleven van 10(!) dagen zijn ze onmisbaar in elke pluktuin.
Dat is de reden dat wij elke herfst de mooiste soorten proberen te bemachtigen en deze graag met jullie delen.
Kocht jij ranonkelknolletjes en zie je door het informatiebos de bomen niet meer?
Omdat ranonkels nogal kieskeurige groeiers zijn begeleiden Danique en ik, je met filmpjes doorheen het ranonkelseizoen.
Dit kost je enkel een paar minuutjes van je aandacht en daarna kan je meteen aan de slag.
Omdat ranonkels van koele winters houden, planten wij onze knolletjes in de herfst. Dit zorgt voor sterkere planten, met meer opbrengst en een langere bloeiperiode.
Je kan dit proces echter ook perfect in januari of de vroege lente starten. Plant ze echter ook niet te laat, want als de temperaturen stijgen (ongeveer 25°C) stopt de bloei en gaan de knolletjes terug in slaap.
Vandaag tonen we hoe je de knolletjes voortrekt:
Met het voortrekken van de ranonkels zorg je dat de knolletjes een aantal weken voorsprong krijgen en dus sneller gaan bloeien. De tijd nodig voor voortrekken wordt achteraf ruimschoots gecompenseerd door de verhoogde kwaliteit van onze bloemen.
Stap 1: steek de knolletjes in een netzak die je hebt van tulpen bv of uit de supermarkt en zorg dat je het label erbij steekt. Heb je maar een kleine hoeveelheid knolletjes of 1 soortje? Dan kan je ze ook los in een bakje of emmertje doen.
Laat de knolletjes gedurende 3 uur opzwellen in een bak water. Het beste is om er een straaltje stromend water op te zetten. Dit voorkomt bacteriegroei.
Je kan het water ook regelmatig verversen.
Door ze in water te laten zwellen maken we de knolletjes wakker.
Gedurende het hele proces moeten we zorgen dat ze niet uitdrogen, maar ook dat ze niet te nat zijn en gaan rotten.
Stap 2: Leg een laagje potgrond in een bakje. Wij gebruiken een Deense bak. Je kan eventueel wat perliet onder de potgrond mengen dan wordt hij luchtiger.
Daar leg je nu alle knolletjes bovenop. Dat hoeft zelfs niet met de beentjes naar onder.
Daarbovenop komt nu weer een laagje potgrond, zodat de knolletjes helemaal bedekt zijn.
Deze bak zet je gedurende 2 weken op een koele plek, bv in de kelder. Licht speelt hierbij geen rol.
Vergeet je labels niet!
Check de knolletjes regelmatig op schimmel en zorg dat de potgrond niet zompig nat is. Hou deze vochtig met een plantenspuit, dat is meer dan voldoende.
Deel 2 Ranonkels Planten
Nadat je de knolletjes hebt voorgetrokken en ze mooi geworteld zijn, is het nu tijd om ze te gaan planten.
Nu krijgen ze hun definitieve plek in je tuin, in een pot, op het veld of in de tunnel. Het kan allemaal.
In de tuin of op het veld kan je kiezen voor een plek die in de winter zonnig is maar in de lente wat namiddagschaduw heeft. Door te zorgen dat ze niet op de warmste plek gezet worden, kunnen we de bloeiperiode wat verlengen. Zodra het tussen de 23 en 27 graden wordt, gaan de knolletjes namelijk terug in slaap. Belangrijk is dat de grond goed doorlaatbaar is. Knolletjes die te nat staan, gaan anders makkelijk wegrotten.
Als je knolletjes in een pot plant, kan je zelf wat spelen met de standplaats. In de winter zet je ze in het zonnetje, als het vriest zet je ze beschut en op warme lentedagen geef je ze een koel schaduwplekje.
En nu gaan we planten…
Op het veld of in de tunnel zetten we ze rond de 20cm uit elkaar. ook de rijen zetten we 20 cm. uit elkaar. De planten hebben voldoende ruimte nodig om te groeien en zo proberen we ziekten zoals meeldauw te voorkomen.
De bedden kan je verrijken met groencompost om de plantjes een mooie start te geven.
In een pot van 15L plant je maximum 3 plantjes. Als je de plantjes te dicht bij elkaar zet of kleine potten gebruikt, zal dit altijd ten koste gaan van de kwaliteit van de planten en de bloemen.
Je kan het proces van voortrekken en planten ook starten in de late winter of vroege lente,
maar planten die in de herfst begonnen zijn, gaan sowieso groter en sterker zijn en rijker bloeien.
In de tuin gaan we de ranonkels nog wat extra bemesten met zeewieroplossing tijdens de wintermaanden. Als je ze opgroeit in potten is dat ook zeker aan te raden.
Op het veld moet de groencompost z’n werk doen en bemesten we niet bij.
Wat je zeker ook nog moet voorzien is vliesdoek of/en lage tunneltjes. Deze kan je makkellijk
zelf maken, met draadstangen, electriceitsbuizen en tunnelfolie. Maar zelfs als je enkel een paar lagen vliesdoek legt tijdens de vorstdagen en nachten is dit al voldoende.
We willen voorkomen dat de blaadjes bevriezen.
Zo, aan de slag maar weer…